Wist je dat bij het tot stand komen van de examens zo’n 1400 docenten betrokken zijn? Door de jaren heen zijn de examens veranderd. Bij het onderdeel Nederlands zit de verandering in de opzet van het examen. Vroeger bestond het examen uit twee onderdelen. Het ene examen ging over schrijfvaardigheid en het andere examen over leesvaardigheid. Vroeger lag de nadruk van het examen op samenvatten. Je kreeg een tekst van meer dan 2000 woorden. Daar moest je een samenvatting van maken van 500 woorden. Deze samenvattingsopdracht is inmiddels verdwenen uit het examen.
Ook het examen wiskunde ziet er tegenwoordig anders uit. De stof is namelijk veranderd. Wiskunde A en C zijn redelijk nieuw, bij deze vorm gaat het meer om het kunnen toepassen van wiskunde in de praktijk. Deze vorm van wiskunde was er vroeger niet. De komst van de grafische rekenmachine heeft ook voor veel verandering gezorgd. Vroeger moest je waarden opzoeken in allerlei tabellen, nu haal je die gewoon uit je rekenmachine. Ook qua punten is er veel veranderd. Vroeger kon je voor elk examen 100 punten krijgen 10 punten kreeg je cadeau. Deze 10 punten zijn tegenwoordig vervangen voor de 1 die je krijgt wanneer je een leeg blad inlevert. Ook het aantal punten die je per vraag kan verdienen is tegenwoordig anders.
Ook qua punten is er veel veranderd. Vroeger kon je voor elk examen 100 punten krijgen 10 punten kreeg je cadeau. Deze 10 punten zijn tegenwoordig vervangen voor de 1 die je krijgt wanneer je een leeg blad
Moeilijker of makkelijker?
Op de vraag of het examen nu moeilijker of makkelijker is kan geen goed antwoord gegeven worden. De stof is gewoon erg veranderd. Daarom kan je niet zeggen of het examen vergeleken met vroeger makkelijker of moelijker is geworden.